Wijzigingen statuten 2025
Tijdens de komende jaarvergadering van 5 maart 2025 worden de statutenwijzigingen besproken. Hieronder kunt u de wijzigingen zien. Deze zijn geel gemarkeerd. Voor de huidige statuten kunt u een verzoek per mail sturen naar:
Artikel 1 – Naam en zetel
1. De vereniging draagt de naam *Begrafenisvereniging R.I.P. de Wijk - IJhorst_*.
2. De vereniging is gevestigd in de gemeente *De Wolden_*
3. Het primaire werkgebied van de vereniging omvat de in lid 2 genoemde gemeente en de daaraan grenzende gemeenten.
4. De vereniging is opgericht voor onbepaalde tijd.
Artikel 2 - Doel
1. Het doel en de grondslag van de vereniging zijn:
op basis van vrijwilligheid, solidariteit en nabuurschap en/of geïnspireerd vanuit een christelijke visie, hulp te verlenen op het gebied van de uitvaart, en deze op de meest waardige wijze en overeenkomstig de wensen van de overledene zonder winstoogmerk te verzorgen of te doen verzorgen, zowel voor leden als voor niet-leden.
De vereniging heeft primair een lokaal karakter.
2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. zelf uitvaarten te (laten) verzorgen;
b. het beschikbaar stellen van personeel, materiaal en andere door het bestuur noodzakelijk geachte middelen voor het verzorgen van een uitvaart;
c. met andere op het terrein van het uitvaartwezen werkzame verenigingen, stichtingen en bedrijven samen te werken;
d. het bijeenbrengen van gelden om aan het gestelde doel te kunnen voldoen;
e. alle andere wettige middelen, die het doel kunnen bevorderen.
3. Voor zover haar middelen dat toelaten en het bestuur daartoe besluit, kan de vereniging de kosten van een uitvaart voor haar leden geheel of gedeeltelijk voorschieten. De nabestaanden van het lid zijn in dat geval verplicht deze kosten binnen de door het bestuur te bepalen termijn terug te betalen, tenzij het bestuur anders beslist.
4. Met uitzondering van de terugbetalingsverplichting als bedoeld in lid 3, gaat de vereniging met haar leden geen contractuele verbintenissen aan. De overige tussen de vereniging en haar leden bestaande verhoudingen worden - over en weer - gezien en aanvaard als natuurlijke verbintenissen, gebaseerd op verplichtingen van moraal en fatsoen.
Leden hebben geen afdwingbare rechten jegens de vereniging.
5. De vereniging beoogt niet het maken van winst.
Artikel 3 - Lidmaatschap
1. Lid van de vereniging kunnen zijn natuurlijke personen:
a. van achttien jaar en ouder;
b. jonger dan achttien jaar, mits een ouder lid is van de vereniging en deze hen bij de vereniging heeft aangemeld;
c. jonger dan achttien jaar, waarvan één ouder lid is geweest, doch is overleden. De aanmelding dient vergezeld te gaan van een bewijs van instemming van de wettelijke vertegenwoordiger.
2. De onder lid 1 sub a bedoelde personen dienen bij aanmelding bij voorkeur woonachtig te zijn in het werkgebied van de vereniging of door het lidmaatschap van hun (voor)ouders hiermee een historische binding hebben.
3. Aanmelding voor het lidmaatschap moet schriftelijk of digitaal plaatsvinden bij het bestuur.
4. Leden zijn zij die zich als lid hebben aangemeld en door het bestuur zijn toegelaten en in een ledenregister met de door hen verstrekte gegevens zijn opgenomen.
Het lid ontvangt hiervan binnen vier weken een bewijs van inschrijving.
Indien de aanmelder niet als lid wordt toegelaten, moet deze kennisgeving binnen vier weken schriftelijk worden gedaan, zo mogelijk met opgave van redenen.
Degene die niet als lid is toegelaten, heeft het recht binnen vier weken na verzending van de kennisgeving tegen het besluit van het bestuur in beroep te gaan bij de eerstvolgende reguliere Algemene Vergadering.
De Algemene Vergadering is bevoegd het besluit van het bestuur te vernietigen en alsnog tot toelating als lid te besluiten.
5. Een lid kan door het bestuur voor een periode van ten hoogste drie maanden worden geschorst als deze in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
Gedurende deze periode kan het lid zijn lidmaatschapsrechten niet uitoefenen. Zijn lidmaatschapsverplichtingen blijven bestaan.
6. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot schorsing in kennis is gesteld, kan deze tegen het besluit in hoger beroep gaan bij de Algemene Vergadering.
Het bestuur is verplicht hiervoor de Algemene Vergadering bijeen te roepen binnen één maand na ontvangst van het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft het lid geschorst.
Artikel 4 – Einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap eindigt door:
a. overlijden van het lid;
b. opzegging door het lid;
c. opzegging namens de vereniging;
d. ontzetting.
2. Opzegging door het lid kan worden gedaan per het einde van het lopende kalenderjaar. De opzegging moet met in achtneming van een opzeggingstermijn van tenminste een maand schriftelijk of digitaal plaatsvinden.
3. Een lid kan niet door opzegging de uitvoering van besluiten, waarbij de verplichtingen van de leden – voor zover deze zijn opgenomen in de statuten of de reglementen - worden verzwaard, ontgaan.
4. Het bestuur kan namens de vereniging het lidmaatschap opzeggen, als niet meer wordt voldaan aan de statuten en de reglementen van de vereniging, de verplichtingen jegens de vereniging niet worden nagekomen en redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
Het bestuur deelt zijn besluit tot opzegging en datum van beëindiging van het lidmaatschap aan het lid schriftelijk mee, onder opgave van redenen.
5. Ontzetting uit het lidmaatschap vindt plaats door het bestuur op grond van het feit dat het lid in strijd handelt met de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt of heeft benadeeld.
Het lidmaatschap eindigt per direct. Het bestuur deelt dit schriftelijk aan het lid mee onder opgave van redenen.
6. Het betrokken lid kan binnen één maand na ontvangst van het besluit van opzegging of ontzetting hiertegen in beroep gaan bij de Algemene Vergadering. Het bestuur is verplicht hiervoor de Algemene Vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift.
Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid, waarvan het lidmaatschap is opgezegd of daaruit is ontzet, geschorst.
Artikel 5 - Overschrijving naar of van andere vereniging
1. Een lid kan zich na toestemming van het bestuur bij verhuizing laten overschrijven naar of van een andere vereniging, mits beide verenigingen afspraken kunnen maken over een hiervoor door de overschrijvende aan de nieuwe vereniging te betalen redelijk en billijk bedrag.
2. De beslissing of overschrijving al dan niet zal geschieden, is ter beoordeling van het betrokken lid.
Artikel 6 - Geldmiddelen
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:
a. contributies van leden;
b. inschrijf- en/of inleggelden van leden;
c. erfstellingen, legaten en schenkingen;
d. andere wettige inkomsten.
2. De leden moeten een contributie betalen, waarvan de hoogte jaarlijks door de Algemene Vergadering wordt vastgesteld.
Het bestuur kan bepalen dat nieuwe leden ouder dan achttien jaar een inschrijf- of inleggeld betalen, waarvan de hoogte door het bestuur wordt vastgesteld.
3 Erfstellingen mogen niet anders dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.
Artikel 7 – Bestuur: samenstelling en benoeming
1. Het bestuur bestaat uit tenminste drie leden. De Algemene Vergadering bepaalt het aantal bestuursleden.
Alleen meerderjarige natuurlijke personen kunnen tot bestuurslid worden benoemd.
De bestuursleden worden benoemd uit de leden van de vereniging, met dien verstande dat ook niet-leden van de vereniging tot bestuurslid kunnen worden benoemd, onder de voorwaarde dat meer dan de helft van de bestuursleden lid van de vereniging dienen te zijn.
De bestuursleden worden benoemd door de Algemene Vergadering bij gewone meerderheid van stemmen.
Leden die personeelslid zijn van de vereniging en zij die commerciële of tegenstrijdige belangen hebben bij de uitvoering van de doelstelling van de vereniging kunnen niet tot bestuurslid worden benoemd.
2. Het bestuur heeft een voorzitter, secretaris en penningmeester. De leden van het bestuur verdelen de functies in onderling overleg, tenzij de Algemene Vergadering zich het recht voorbehoudt de voorzitter te benoemen. De functies van secretaris en penningmeester mogen in één persoon worden verenigd.
Voor ieder van hen kan het bestuur uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen, die bij ontstentenis of belet de functie vervult van degene voor wie hij als plaatsvervanger is aangewezen.
Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
In tussentijdse vacatures wordt voorzien op de eerstvolgende reguliere algemene ledenvergadering, tenzij het bestuur het wenselijk acht eerder een algemene ledenvergadering bijeen te roepen om in de vacatures in het bestuur te voorzien.
3. a. De benoeming van bestuursleden vindt plaats uit een voordracht van het bestuur, die bij de oproeping voor de algemene vergadering wordt meegedeeld.
De voordracht is niet bindend.
b. Voorts kan een lid van de vereniging zich verkiesbaar stellen tot bestuurslid, onder voorwaarde dat:
- het lid zich tenminste zeven dagen voor de betreffende algemene ledenvergadering daartoe aanmeldt bij het bestuur, en
- de verkiesbaar stelling schriftelijk en ondertekend ondersteund wordt door tenminste tien andere leden van de vereniging.
4. Bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste vijf jaar en treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster.
Een volgens dit rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk herbenoembaar.
De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd, tenzij de eerste benoemingsperiode twee jaar of korter is.
5. Bij belet of ontstentenis van een of meer bestuurders zijn de overige bestuurders, of is de enige overgebleven bestuurder, tijdelijk met het bestuur belast.
Bij belet of ontstentenis van alle bestuurders is een door de algemene vergadering daartoe voor onbepaalde tijd aan te wijzen persoon tijdelijk met het bestuur belast.
Artikel 8 – Bestuur: einde functie, schorsing
1. Het lidmaatschap van een bestuurslid eindigt:
- door aftreden;
- door afloop van de benoemingstermijn;
- door overlijden;
- door onder curatelestelling of bewindstelling van zijn gehele vermogen;
- door beëindiging van het lidmaatschap;
- als een onverenigbaarheid als bedoeld in artikel 7 lid 1 zich voordoet;
- door ontslag op grond van een besluit van de algemene vergadering met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen;
- wanneer het bestuurslid in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard, of hij surseance van betaling verkrijgt.
2. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst. Deze schorsing vindt plaats bij besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de algemene vergadering eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn geëindigd. Het bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de betreffende algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman laten bijstaan.
Artikel 9 – Bestuur: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming
1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
2. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur vindt schriftelijk of met (eerder) gegeven instemming digitaal plaats, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering en van de te behandelen onderwerpen (agenda).
De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept, welke plaats gelegen dient te zijn in de gemeente waarin de vereniging statutair gevestigd is. Uitsluitend met instemming van alle bestuursleden wordt een vergadering gehouden buiten de gemeente waarin de vereniging statutair gevestigd is.
3. Als wordt gehandeld in strijd met een van de bepalingen van de twee vorige leden kan het bestuur toch rechtsgeldige besluiten nemen, mits alle bestuurders in de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
4. Een bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen om zich in de vergadering te laten vertegenwoordigen. Een digitaal vastgelegde volmacht geldt als een schriftelijke volmacht.
Een bestuurder kan slechts één medebestuurder in de vergadering vertegenwoordigen.
5. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem.
Voor zover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
Artikel 10 – Bestuur: leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering
1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden.
3. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de vergadering over de uitslag van een stemming is beslissend.
Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de secretaris of een daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon.
De notulen worden - nadat zij zijn vastgesteld - door de voorzitter en de notulist van de vergadering ondertekend of digitaal vastgesteld.
5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen als alle bestuurders zich schriftelijk of met (eerder) gegeven instemming digitaal vóór het voorstel hebben verklaard.
6. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming als hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie. Als hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, dan wordt het besluit genomen door de Algemene Vergadering.
Artikel 11 – Bestuur: taken en bevoegdheden
1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Iedere bestuurder is tegenover de vereniging verplicht tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak.
2. Het bestuur stelt voor het afleggen van verantwoording over de uitvoering van taken en bevoegdheden, mede in het kader van de Wet Bestuur Toezicht Rechtspersonen (WBTR), een bestuursreglement op. Dit reglement bevat naast een algemeen deel, voor elk bestuurslid in het bijzonder de aan hem opgedragen taken en bevoegdheden.
3. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles met betrekking tot de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
4. Het bestuur is niet anders dan met vooraf verleende goedkeuring van de Algemene Vergadering bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.
5. Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk mede- schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt.
Deze beperking van de bevoegdheid van het bestuur kan aan derden worden tegengeworpen.
6. Het bestuur heeft de goedkeuring van de Algemene Vergadering nodig voor besluiten tot:
a. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen of geven van registergoederen;
b. het aangaan van geldleningen of kredietovereenkomsten;
c. het uitlenen van gelden (waaronder niet wordt verstaan de situatie waarin de vereniging de kosten van een uitvaart geheel of ten dele voorschiet);
d. het aangaan van een vaststellingsovereenkomst voor de beëindiging van een geschil;
e. het optreden in rechte, met inbegrip van arbitrale procedures, waaronder niet begrepen het nemen van conservatoire maatregelen en andere rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen lijden;
f. het doen van investeringen en aangaan van andere rechtshandelingen die uitgaan boven het bedrag dat de Algemene Vergadering kan vaststellen;
g. het aangaan, wijzigen of beëindigen van arbeidsovereenkomsten.
De Algemene Vergadering kan, bij een daartoe strekkend besluit duidelijk te omschrijven, andere dan hiervoor omschreven besluiten van het bestuur aan haar goedkeuring onderwerpen. Een dergelijk besluit van de Algemene Vergadering wordt onmiddellijk aan het bestuur meegedeeld.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen en door derden geen beroep worden gedaan. --
Artikel 12 – Actuariële reserve
1. De vereniging is verplicht een actuariële reserve aan te houden ter grootte van minimaal éénhonderd vijf procent (105%) van een door een actuaris AAG, bij voorkeur die is aangesteld door de koepel van uitvaartverenigingen waarbij de vereniging is aangesloten, uitgevoerde berekening van toekomstige (fictieve) verplichtingen. Deze berekening moet tenminste eens in de drie jaar worden uitgevoerd.
2. Indien de actuariële reserve lager is dan het berekende vereiste bedrag, is de vereniging verplicht een herstel plan te maken. Hiermee moet binnen vijf jaar weer aan de in lid 1 gestelde verplichting worden voldaan.
3. De Algemene Vergadering kan besluiten de actuariële reserve te gebruiken voor vermindering van de door de leden te betalen bijdragen of verhoging van de vergoeding indien de actuariële reserve groter is dan het in lid 1 aangegeven percentage.
4. Noch tijdens, noch na beëindiging van het lidmaatschap heeft het lid aanspraak op enige uitkering uit de actuariële reserve.
Artikel 13 - Vertegenwoordiging
1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging.
De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan:
-- de voorzitter tezamen met de secretaris;
-- de voorzitter tezamen met de penningmeester;
-- de secretaris tezamen met de penningmeester.
2. De in het vorig lid van dit artikel opgenomen bevoegdheid van het bestuur en bestuurders tot vertegenwoordiging van de vereniging bestaat ook als tussen de vereniging en een of meer bestuurders een tegenstrijdig belang bestaat.
3. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende volmacht aan een of meer bestuurders en/of aan anderen, zowel samen als afzonderlijk, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
4 In alle gevallen waarin de vereniging een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuurders kan de Algemene Vergadering een of meer personen aanwijzen om de vereniging te vertegenwoordigen.
Artikel 14 – Verslaggeving en verantwoording
1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur brengt op een Algemene Vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, verlenging van deze termijn door de Algemene Vergadering uitgezonderd, een verslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het bestuur stelt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting op over het betreffende boekjaar. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders. Ontbreekt de ondertekening van één of meer van hen, wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
Als de vereniging een of meer ondernemingen in stand houdt, die op grond van de wet in het handelsregister moeten worden ingeschreven, wordt op de staat van baten en lasten de netto-omzet van deze ondernemingen vermeld.
3. Het bestuur legt de jaarstukken ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering. Wordt over de getrouwheid van deze stukken geen verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek overgelegd, dan worden daaraan voorafgaand de jaarstukken gecontroleerd door een door de algemene vergadering te benoemen controlecommissie van ten minste twee leden, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie kan zich laten bijstaan door een financieel deskundige. Een lid van de controlecommissie kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de controlecommissie. Het bestuur is verplicht de controlecommissie inzage te geven in de gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden, daaronder expliciet begrepen inzage in elektronische bankbescheiden en alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken.
4. De commissie brengt van haar onderzoek een verslag uit aan de algemene vergadering, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de jaarstukken. Als de jaarstukken zijn goedgekeurd door de algemene vergadering, wordt het voorstel gedaan kwijting te verlenen aan het bestuur voor de door het bestuur daarmee afgelegde rekening en verantwoording. Als de jaarstukken niet zijn goedgekeurd, neemt de Algemene Vergadering een besluit over de vervolgstappen.
Artikel 15 – De algemene vergadering: bevoegdheid en jaarvergadering
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een algemene vergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. het verslag van het bestuur over het afgelopen boekjaar;
b. het verslag van de controlecommissie casu quo het accountantsverslag;
c. het voorstel tot het al of niet goedkeuren van de jaarstukken over het afgelopen boekjaar;
d. het voorstel tot verlenen van kwijting aan het bestuur;
e. de benoeming van de leden van de controlecommissie voor het nieuwe boekjaar;
f. de benoeming van bestuursleden als er in het bestuur vacatures bestaan;
g. voorstellen van het bestuur of de leden, zoals aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
Artikel 16 – De algemene vergadering: oproeping
1. De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur.
Een aantal leden, samen bevoegd tot het uitbrengen van ten minste een tiende deel van de stemmen, kan het bestuur schriftelijk verzoeken een algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na dat verzoek. Als het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van dat verzoek de uitnodiging tot de vergadering heeft laten uitgaan, kunnen de verzoekers zelf de vergadering bijeenroepen.
Aan de eis van een schriftelijk verzoek bedoeld in de vorige alinea wordt ook voldaan als het verzoek digitaal is gedaan en door het bestuur is bevestigd.
2. De oproeping tot de algemene vergadering vindt plaats door middel van:
-- een publicatie in het verenigingsorgaan en/of op de website van de vereniging; of
-- een schriftelijk of digitaal bericht aan de adressen van de leden volgens het ledenregister; of
-- een advertentie in een ter plaatse veel gelezen blad.
De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien (14) dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
3. Naast de plaats, datum en tijd van de vergadering, moet de oproeping een agenda bevatten waaruit blijkt welke onderwerpen aan de orde worden gesteld.
Artikel 17 – De algemene vergadering: toegang en stemrecht
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle niet-geschorste leden van het bestuur en van de vereniging, alsmede de wettelijk vertegenwoordigers van de minderjarige leden van de vereniging. De vergadering kan besluiten ook andere personen tot (een deel van) de vergadering toe te laten. Geschorste leden en leden van wie het lidmaatschap is opgezegd of die uit het lidmaatschap zijn ontzet, hebben toegang tot dat deel van de vergadering waar het beroep tegen schorsing, opzegging of ontzetting aan de orde is.
2. Ieder lid heeft één stem.
Een geschorst lid heeft geen stemrecht.
Het stemrecht van een minderjarig lid kan alleen worden uitgeoefend door zijn wettelijk vertegenwoordiger.
3. Een stemgerechtigd lid kan een ander stemgerechtigd lid dan wel het bestuur volmacht geven namens hem te stemmen.
Deze volmacht moet schriftelijk worden gegeven en vóór de stemming aan het bestuur worden overgelegd.
Aan de eis van het schriftelijk geven van de volmacht wordt voldaan als de volmacht digitaal is gedaan en door het bestuur is bevestigd.
Een lid kan niet meer dan één ander lid vertegenwoordigen. Het bestuur kan voor een onbeperkt aantal leden als gevolmachtigde stemmen.
4. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het op digitale wijze verlenen van een volmacht.
Artikel 18 – De algemene vergadering: besluitvorming
1. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, wordt een besluit genomen met een gewone meerderheid van stemmen (de helft plus één) van de in de vergadering aanwezige en vertegenwoordigde leden, ongeacht hun aantal.
Blanco en ongeldige stemmen tellen niet mee voor de besluitvorming maar tellen wel mee voor het bepalen van een in deze statuten voorgeschreven quorum.
2. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Als bij stemming over de verkiezing van personen bij eerste stemming geen meerderheid wordt verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats hebben. Als ook dan geen meerderheid verkregen wordt, zal bij een tussenstemming worden beslist tussen welke personen zal worden herstemd.
Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot.
4. Als de stemmen staken over een voorstel dat niet over de verkiezing van personen gaat, is het voorstel verworpen.
5. Alle stemmingen, behalve stemmingen over personen, vinden mondeling plaats, tenzij de voorzitter of ten minste drie leden vóór de stemming laat of laten weten een schriftelijke stemming te verlangen.
Stemmingen over personen vinden schriftelijk plaats.
Schriftelijke stemming vindt plaats bij ongetekende, gesloten stembriefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk tenzij een lid hoofdelijke stemming verlangt.
6. Als in een vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen - mits met algemene stemmen - geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is het onderwerp niet of niet op de voorgeschreven wijze bij de oproeping aangekondigd of heeft de oproeping niet op rechtsgeldige wijze plaatsgevonden.
Artikel 19 – De algemene vergadering: leiding en notulen
1. Een algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter van de vereniging.
Ontbreekt de voorzitter, dan wijst het bestuur een ander bestuurslid aan als voorzitter van de vergadering. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen gehouden, die door de voorzitter en de notulist door ondertekening worden vastgesteld.
Artikel 20 - Statutenwijziging
1. De statuten van de vereniging kunnen worden gewijzigd door een besluit van de Algemene Vergadering. Wanneer aan de Algemene Vergadering een voorstel tot wijziging van de statuten zal worden gedaan, moet dat steeds bij de oproeping tot de algemene vergadering worden vermeld.
2. Degenen die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen, dan wel dit afschrift op digitale wijze of schriftelijk aan de leden toesturen. Dit afschrift moet ter inzage liggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
3. Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging wordt van kracht onmiddellijk nadat deze in een notariële akte is vastgelegd. Iedere bestuurder is bevoegd om een statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen. Een authentiek afschrift van de akte van wijziging en een doorlopende tekst van de gewijzigde statuten moeten worden neergelegd bij het handelsregister.
Artikel 21 – Fusie, splitsing, omzetting
Op een besluit van de Algemene Vergadering tot fusie of splitsing in de zin van titel 7 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van de Algemene Vergadering tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen van de wet.
Artikel 22 – Ontbinding
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de Algemene Vergadering. Het in deze statuten bepaalde over een besluit tot statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.
Bij het besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo vastgesteld.
Als de vereniging op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgave aan het handelsregister.
De boeken en stukken van de ontbonden vereniging blijven gedurende zeven jaren nadat de vereniging heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door het bestuur bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het handelsregister.
2. De vereniging wordt bovendien ontbonden door:
- insolventie nadat de vereniging in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
- een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen.
Artikel 23 – Vereffening
1. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de vereniging, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen.
2. Na het besluit tot ontbinding bevindt de vereniging zich in liquidatie.
De vereniging blijft na haar ontbinding voortbestaan als en voor zover dit voor de vereffening van haar vermogen nodig is.
Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht.
In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moet ‘in liquidatie’ aan de naam van de vereniging worden toegevoegd.
3. Een batig saldo na vereffening krijgt een bestemming die zoveel mogelijk in overeenstemming is met het doel van de vereniging.
Deze bestemming wordt vastgesteld bij het ontbindingsbesluit, of bij het ontbreken daarvan, door de vereffenaar(s).
De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn.
De vereniging houdt bij vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het handelsregister.
Artikel 24 – Reglementen
1. De algemene vergadering kan een of meer reglementen vaststellen.
2. Een reglement kan nadere regels geven over onder meer het lidmaatschap, de introductie van nieuwe leden, de contributie, de werkzaamheden van het bestuur, werkgroepen of commissies, de vergaderingen.
Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet of met de statuten en mag geen bepalingen bevatten die bij statuten behoren te worden geregeld.